
Uit de opgevraagde cijfers blijkt een duidelijke stijging van het aantal werkenden met een tweede job: van 5,5 procent in 2023 naar 6,4 procent in het eerste kwartaal van 2025. Die stijging manifesteert zich het sterkst bij hoog- en middengeschoolden. Bij laaggeschoolden is een lichte daling merkbaar.
“Werknemers maken graag gebruik van onze flexibele arbeidsmarkt”
De stijging is vooral merkbaar bij 25- tot 49-jarigen: ruim 7 procent van hen klust bij. Maar ook bij 50-plussers gaat het om ruim 6 procent, een stijging van 1,5 procentpunt ten opzichte van 2023. Het aandeel mannen en vrouwen met een tweede job is zo goed als gelijk. De meerderheid van de tweede banen is van zelfstandige aard (ruim 55 procent), gevolgd door loondienst in de privésector (ongeveer 32 procent) en de openbare sector (11,3 procent). Deeltijdse werknemers (9,5 procent) hebben vaker een tweede job dan voltijdse werknemers (5,4 procent).
“De cijfers bevestigen wat we al langer aanvoelen: een significant deel van de Vlamingen wil graag bijklussen”, stelt Tombeur. “Deze evolutie toont aan dat werkgevers en werknemers graag gebruikmaken van een flexibele arbeidsmarkt en dat wie wil werken, dat ook doet. Werk creëert werk, werk creëert welvaart. Dat is nodig om de tewerkstellingsgraad van 80 procent te bereiken, broodnodig om de sociale zekerheid overeind te houden”, klinkt het.